Fiets en trein in Slovenië

De gemeente Borovnica in Slovenië, gelegen in de heuvels vlakbij de hoofdstad Ljubljana, organiseerde het seminar ‘Improved train and bike intermodality in Slovenia’ in het kader van het CIVITAS-initiatief van de Europese Unie. Onderwerp van gesprek was het verbeteren van de combinatie van fiets en trein als duurzame vervoerwijze.

Het netwerk van Europese steden POLIS heeft Eduard Röntgen (adviseur, inno-V) gevraagd te spreken op het seminar en daarnaast om naar aanleiding van een korte studietour zijn bevindingen over fietsvoorzieningen in Slovenië te delen.

Het seminar werd onder andere bijgewoond door de Sloveense staatssecretaris van infrastructuur Klemen Grebensek, nationale fietsorganisaties en ambtenaren van steden uit het hele land die werken aan duurzaam transport. De Nederlandse Ambassadeur Bart Twaalfhoven opende het seminar:

“The Netherlands supports this kind of initiatives with the aim to underline the importance of intermodal transport, development of integrated policy and infrastructure. The Dutch approach could be inspirational, as we the Dutch, are known as a cycling nation”.

In zijn presentatie informeerde Eduard Röntgen de aanwezigen over de Nederlandse aanpak en de eerste resultaten van het BiTiBi-project (Bike Train Bike) waar inno-V partner is en Nederlandse kennis toepast in 8 Europese pilotprojecten.

De Sloveense nationale radio besteedde aandacht aan het seminar in een programma over duurzaamheid en sprak met Eduard Röntgen over de situatie in Slovenië en lessen die men kan trekken uit de Nederlandse aanpak.

Eduard Röntgen:

“Er is in Ljubljana de afgelopen jaren veel meer aandacht gekomen voor duurzaam transport. In het centrum hebben drukke wegen plaats gemaakt voor voetgangersgebieden en er rijden elektrische busjes. Door de hele stad zijn fietspaden aangelegd, er is een populair deelfietssysteem en de fiets is geaccepteerd als dagelijks vervoermiddel. De voordelen van de combinatie fiets en trein, bijvoorbeeld door goede fietsvoorzieningen bij stations, worden echter nog onvoldoende benut. De lessen uit de Nederlandse praktijk, maar ook uit de diverse pilot-projecten binnen het BiTiBi-project, kunnen interessant zijn voor Slovenië.”