Denken, Doen en Laten

Bezuinigingen in het OV: hoe pak je dat aan?

De Stadsregio Rotterdam ontkomt, net als andere regionale overheden, niet aan bezuinigingen op het openbaar vervoer. Bezuinigingen zullen in eerste instantie op het busvervoer gericht worden, omdat de railverbindingen als de ruggengraat van het systeem worden gezien. Hier wordt in principe niet in gesneden. inno-V heeft het buslijnennet daarom kritisch onder de loep genomen en 4 scenario’s geschetst waarmee invulling gegeven kan worden aan de benodigde besparingen.

Vier toekomstscenario’s

1a vergaand – nieuw lijnennet                           2a vergaand – bestaand lijnennet

1b minder vergaand – nieuw lijnennet               2b minder vergaand – bestaand lijnennet

Van de door inno-V geschetste scenario’s is de helft verregaand (1a en 2a). Dit betekent maximale bezuinigingen en grote gevolgen voor reizigers. De andere scenario’s (1b en 2b) zijn minder resoluut. Hierdoor zijn de gevolgen voor reizigers minder groot.

Daarnaast gaan de scenario’s 1a en 1b uit van een nieuw lijnennet. Dit net wordt opgebouwd vanuit gebieden die niet ontsloten zijn per rail. De andere scenario’s gaan juist uit van het huidige lijnennet en de minimaal geëiste frequenties.

Bezuinigingen in het OV: hoe pak je dat aan?

inno-V concludeert dat de scenario’s zeker tot forse besparingen kunnen leiden. De gevolgen zijn daarentegen verschillend.

Zo zal scenario 1a grote gevolgen hebben voor het bestaande busnetwerk, met name in de kernen Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Spijkenisse. Dit komt omdat hier sterk wordt ingezet op railverbindingen. Scenario 1b heeft als voordeel dat gestreefd wordt naar een sterk resterend netwerk, waar mogelijk zijn dit lijnen met metrobuskwaliteit. In dit geval blijft het dekkingsgebied beter.

Zowel scenario 2a als 2b hebben als nadeel dat er niet gekeken wordt naar de kansen en mogelijkheden voor groei. Ritten met een lage bezettingsgraad worden geschrapt of gaan minder vaak rijden. Het risico is dat een neerwaartse spiraal kan worden ingezet.

Ieder scenario zal volgens inno-V de kostendekkingsgraad ten goede komen: variërend van 40% bij 2b tot 44% bij 1a.

Een optimaal scenario?

inno-V concludeert: ‘Scenario 1b sluit het beste aan de vraag, het biedt de beste kansen op een sterk resterend netwerk en heeft de minste negatieve effecten. Desondanks wordt de gewenste bezuinigingstaakstelling ingevuld’. Dit scenario komt dus grotendeels tegemoet aan de eisen van besparingen en houdt zoveel mogelijk rekening met de wensen en behoeften van de reizigers.

Met een minder verregaande bezuiniging zouden de scherpe kantjes van scenario 1b afgehaald kunnen worden. Dat betekent: selectief besparingen kiezen of deze minder ver doorvoeren.

Terug naar overzicht