Denken, Doen en Laten

Loopstroom- en transfercapaciteitsonderzoeken

In opdracht van diverse opdrachtgevers (ProRail, Stadsregio Haaglanden, gemeente Den Haag, Provincie Gelderland, Stadsregio Arnhem-Nijmegen, Gemeente Amsterdam) deed inno-V onderzoek naar de grootte van loopstromen. Dat gebeurde met behulp van tellingen, video-analyses en modeluitkomsten. Op basis van de loopstromen en de verwachte groei hiervan werd de benodigde transfercapaciteit bepaald. Vervolgens werd getoetst in hoeverre de huidige en/of geplande infrastructuur voldoet aan de toekomstige loopstromen.

Voor het toekomstige HSE-platform op Den Haag Centraal, bestemd voor de aanlanding van de metro’s van de Erasmuslijn, bleek dat de capaciteit toereikend is en dat het platform bij calamiteiten voldoet aan de ontruimingsnormen. Wel zijn adviezen gegeven over de plaatsing van de poortjes en de maatregelen die nodig zijn om te voorkomen dat deze als bottleneck fungeren.

In verband met de geplande openstelling van de Michiel de Ruytertunnel onder het busstation achter het Centraal Station van Amsterdam moest in mei 2015 een evacuatieonderzoek uitgevoerd worden. Inno-V was in staat dit onderzoek binnen een week tijd voor te bereiden, uit te voeren en daarover te rapporteren. Voor het evacuatieonderzoek was het nodig te bepalen hoeveel reizigers er op het maatgevende moment tegelijkertijd op het busstation aanwezig zijn. Inno-V heeft in 2015 (en als check nogmaals in 2016) met behulp van veldwerk en prognoses onderzocht om hoeveel mensen het gaat. Ook is voor een aantal extreme situaties bepaald hoeveel mensen tegelijkertijd aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij stremmingen op het spoor en bij de inzet van treinvervangende bussen. Resultaat van het onderzoek was dat de Michiel de Ruytertunnel op tijd  voor het autoverkeer kon worden opengesteld. De gemeente concludeerde op basis van het onderzoek dat het geconstateerde aantal personen bij een calamiteit binnen de daartoe geldende normtijden kon worden geëvacueerd.

Voor station Nijmegen Heyendaal bleek dat het station niet meer is berekend op de huidige reizigersomvang. Voor vrijwel alle breedtes worden de afkeurnormen overschreden. Dat betekent dat de veiligheid, de doorstroming en het comfort in het geding is. Op spoor 1 is dat zichtbaar doordat reizigers via het talud door het gras naar boven klimmen. Op spoor 2  ontstaan wachtrijen voor de trappartijen. Bij de drukste treinen op spoor 2 ontstaan files vanaf de trap naar het voorplein tot op het perron. Niet alleen zijn de breedtes van perrons, trappen en de traverse te smal, ook werken de traag functionerende paaltjes voor de OV-chipkaart als bottleneck en zijn de halteertijden in de spits lang als gevolg van een hoge bezettingsgraad en een klein aantal deuren per treinstel.

Terug naar overzicht