Materieelbehoefte Maaslijn (Nijmegen-Venlo-Roermond)

De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft inno-V gevraagd op basis van reizigerstellingen en groeiprognoses te bepalen hoeveel treinstellen nu en in de toekomst op de Maaslijn moeten worden ingezet, oftewel om een materieelinzet- en omloopanalyse uit te voeren op de Maaslijn. Daarbij zijn reizigerstellingen verricht in de maatgevende najaarsperiode. Op basis hiervan is de huidige materieelbehoefte bepaald. Met behulp van de historische groei en diverse scenario’s is de materieelbehoefte voor de nieuwe concessieperiode (2016-2026) bepaald. In totaal is van 28 varianten de materieelbehoefte bepaald. Op basis hiervan is een advies gegeven ten aanzien van de inzetnormen, de parkgrootte, stoelopstelling en de aan te bieden dienstregeling.

Adviezen:

• Zorg ervoor dat de spitstreinen Cuijk-Nijmegen beter functioneren of zorg ervoor dat de omliggende treinen langer worden. Deze spitstreinen zorgen namelijk op het grotendeels enkelsporige baanvak voor een grotere kans op vertragingen.
• Heroverweeg de huidige stoelopstelling. 5-op-een-rij zorgt namelijk voor smallere gangpaden, smalle stoelen en een slechtere doorstroming. Ook de reizigers geven de voorkeur aan een opstelling met 4-op-een-rij.
• Zorg dat de vervoerder voldoende materieel inzet. Scherp de zogenaamde inzetnorm aan. Die is in de huidige concessie nogal soepel voor de vervoerder, schrijf voldoende reservematerieel voor en zorg dat de vervoerder tijdig anticipeert op vervoergroei.
• Anticipeer als overheid ook zelf op toekomstige perronverlengingen.
• Anticipeer op een structurele inzet van de zgn. herfstdienstregeling met extra treinen Cuijk-Nijmegen.
• Zorg voor maatregelen om de spits af te vlakken, zoals spitsmijden, aanpassing van werk-, school- en collegetijden.
• Breid op termijn de infra uit, zodat er makkelijker extra treinen op het drukste deel van het baanvak kunnen worden ingelegd en zodat de kans op verstoringen afneemt. Te denken valt aan uitbreiding van het dubbelspoor tot aan Cuijk.