Denken, Doen en Laten

Voorbereidende studie benchmark De Lijn

De vraag

Volgens de transitieovereenkomst 2017-2020 en het Vlaamse decreet betreffende de basisbereikbaarheid is De Lijn de interne exploitant van het kernnet en het aanvullend openbaar vervoer netwerk in Vlaanderen tot 2020.

Voor verlenging van deze status dient De Lijn, conform artikel 34 van het decreet, na 2020 te voldoen aan een benchmark waarvan de regels door de Vlaamse Regering worden vastgesteld.

inno-V is door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid gevraagd om advies uit te brengen over de wijze van uitvoering van de benchmark met het oog op het schrijven van het Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering.

Onze aanpak

De studie is medio 2019 door inno-V in een relatief kort tijdbestek uitgevoerd en gestructureerd aan de hand van een vijftal interactieve werksessies met de Vlaamse Overheid. Dit liet toe om de aanwezige kennis bij de Vlaamse Overheid en inno-V efficiënt uit te wisselen, vragen en feedback over en weer snel te verwerken en effectief bij te sturen met het oog op het gewenste eindresultaat.

Om het wiel niet opnieuw uit te vinden is middels desk research een brede inventarisatie gemaakt van potentiële benchmarkindicatoren in het openbaar vervoer. Deze inventarisatie vormde de basis voor de uiteindelijke selectie van indicatoren.  Eveneens is middels desk research nagegaan welke kenmerken en criteria relevant zijn om vervoerders en regio’s in Europa te selecteren waar De Lijn goed mee vergeleken kan worden (de ‘benchmarkpartners’).

Het resultaat

Het project heeft geresulteerd in een eindrapportage die de voor het uitvoeren van de benchmark te volgen stappen beschrijft. Er is een raamwerk opgesteld dat recht doet aan het volledige scala aan indicatoren die in de benchmark aan bod kunnen komen, van productiviteit tot kwaliteit en van kostenniveau tot maatschappelijke bijdrage. Potentiële benchmarkindicatoren zijn in detail beschreven (wat meet het, hoe kan het berekend worden, en waar moet men zich van bewust zijn bij het interpreteren van een indicator).

Ook geeft het rapport weer waar potentiële benchmarkpartners aan moeten voldoen, zoals geografische kenmerken en het soort sturingsvorm (relatie tussen overheid en vervoerder). Een aantal potentiële benchmarkpartners is bij naam genoemd.

Tot slot zijn aanbevelingen gedaan rond de wijze van dataverzameling, de weergave en duiding van de resultaten en het geven van een geaggregeerd eindoordeel over de benchmark.

De Vlaamse Overheid heeft de inhoud van het rapport eind 2019 verwerkt in een (concept) besluit tot uitvoering van artikel 34, §1, derde lid, van het decreet van 26 april 2019, als voorbereiding op het daadwerkelijk uitvoeren van de benchmarkstudie. Dit besluit is in februari 2020 goedgekeurd.

Terug naar overzicht